Menu
Wandelblog

De Langemeersen of zeg maar ‘Beaulieu’

Langs de Scheldeoevers stroomopwaarts Oudenaarde ligt een uniek natuurgebied vol bloemenrijke hooilanden: de Langemeersen. Al in de 13de eeuw had men oog voor de bijzondere schoonheid van deze plek en werd er toepasselijk aan gerefereerd met de naam Bello Loco of Beaulieu. In deze post neem ik je mee naar de Scheldevallei in Petegem, een stukje vlakke Vlaamse Ardennen waar ik twee routes van Natuurpunt door het open meersenlandschap combineerde tot één wandeling van 9 km.

Van de villa van Patjo …

In de Scheldevallei werden archeologische vondsten aangetroffen gaande van de steentijd tot de nieuwe tijd. De oudste vermelding van de naam Petegem dateert uit 864, toen Karel de Kale een oorkonde apud Pettingehem villa uitvaardigde. Het toponiem is een samensmelting van het Frankische haima of heim met de eigennaam Patjo en betekent ‘de woonplaats van de lieden van Patjo’.

Ingeplant op de linkeroever van de Schelde, vlakbij een belangrijke Romeinse transportader, nam het dorp van Patjo een strategisch interessante positie in. De villa, die na het verdrag van Verdun (843) behoorde tot Francia Occidentalis en vlak tegenover Francia Media aan de overzijde van de Schelde lag, bevond zich halverwege de twee Karolingische wooncentra Gent en Doornik. Het hof van Petegem was dan ook niet verwonderlijk een koninklijk domein, een zogenaamde curtis, dat een bestuurlijke functie uitoefende over een ruimer gebied.

… naar de abdij van Beaulieu

Wanneer precies de villa van Petegem uit koninklijke handen geraakte, is niet duidelijk, maar de heren van Petegem bouwden het domein vanaf de 13de eeuw alleszins verder tot hun woonplaats uit. In 1286 kocht de toenmalige graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre, de heerlijkheid van Petegem voor zijn tweede echtgenote Isabella van Namen. Zij liet er in 1292 een nonnenklooster bouwen dat omwille van zijn prachtige ligging Bello Loco of Beaulieu werd genoemd.

De abdij van Beaulieu floreerde van de middeleeuwen tot het einde van het Ancien Régime. In de 15de en 16de eeuw ontwikkelde zij zich tot één van de rijkste van Vlaanderen. Meer dan 50 dorpen waren schatplichtig aan het klooster dat zelf rechtstreeks onder het gezag van de paus stond. Aan de Scheldeoever, nu een afgesneden meander, bevond zich zelfs een kleine haven.

Op het einde van de 18de eeuw werd de abdij verbeurd verklaard en werden de meeste gebouwen afgebroken om als bouwmaterialen te worden verkocht. Vandaag resten alleen nog een paar 17de en 18de-eeuwse delen van de voormalige abdij: het poortgebouw, het gastenkwartier, het kapelaanshuis en een handvol bijgebouwen.

Open meersenlandschap

Van de Merelbeekse tot de Avelgemse Scheldemeersen: alle maken ze deel uit van een vlakke Scheldevallei die in breedte varieert van 500 tot wel 1500 meter. Ooit was de Schelde een sterk kronkelende rivier, maar tussen Gent en de Vlaams-Waalse grens werd zij in de loop der eeuwen sterk gekanaliseerd en genormaliseerd. Een tekst uit 1458 spreekt van het rechttrekken van de Scheldebochten “boven ende beneden der stede van Audenaerde ende int lant van Aelst”. Vandaag geven de afgesneden meanders of coupures ons een mooi beeld van dit historische meanderingspatroon.

De Langemeersen vormen de laagst gelegen plaats tussen de Schelde en de valleirand in Wortegem-Petegem. Het gebied, waar al het water uit de ruime omgeving naartoe vloeit en vervolgens wordt afgewaterd via de Rietgracht, bestaat hoofdzakelijk uit natte hooi- en rietlanden met een erg open karakter. De verschillende percelen werden namelijk nooit afgesloten door randbegroeiing omdat de weidegang steunde op een gemeenschappelijk gebruiksrecht.

Ideale zomerwandeling

In tegenstelling tot de Avelgemse Scheldemeersen die ik het mooist vind in de vroege lente (later op het jaar belemmert welige begroeiing namelijk het zicht op de oevers van de oude coupures en de talrijke afwateringsgrachten), denk ik dat de zomer het ideale seizoen is om te wandelen in de Langemeersen. Het open landschapskarakter wordt als het ware ietwat verzacht door de weelderige heideflora (weelderig ook op de groene wandelpaden; hou hier zeker rekening mee i.v.m. teken). De verschillende biotopen zorgen bovendien voor een aanzienlijke vogelrijkdom.

Helemaal betoverd zoals op die sprookjesachtige ochtend in de Avelgemse Scheldemeersen was ik in Petegem niet, maar de (licht)omstandigheden waren die zondag in april dan ook bijzonder. Een eerlijke vergelijking is het dus niet. De wandeling in de Langemeersen verdient wat mij betreft toch een ⭐. Ik heb heel hard genoten van dit atypische stukje vlakke Vlaamse Ardennen (in de verte, aan de overkant van de Schelde, lonkte de Koppenberg …), zelfs van het stukje langs de Schelde dat je evenwel niet aflegt óp maar náást het jaagpad. Het enige minpuntje: het stuk (± 440 m) langs de Minderbroederstraat vooraleer je een wandelpad parallel aan de drukke weg inslaat. Maar dat zie ik graag door de vingers. Met de Langemeersen ontdekte ik alweer een uniek stukje van de Scheldevallei!

Praktisch

  • Donkstraat, 9700 Oudenaarde (opgelet: oprijden langs de Minderbroederstraat en niet langs de Kortrijkstraat)
  • 9 km
  • ± 2 uur
  • 14 hoogtemeters
  • 12 % verhard
  • Wegwijzers, GPX of volgen op kaart
  • Parkeren kan op de grote, gratis parking aan de Donkvijver. Je bereikt deze parking via de oprit langs de Minderbroederstraat en niet langs de Kortrijkstraat (via deze kant kan je niet verder rijden in de Donkstraat).
  • Ik combineerde de rode (5,7 km) en de groene (7 km) wandellussen van Natuurpunt

Bronnen: Inventaris Onroerend Erfgoed, Natuurpunt

Ik kwam op mijn route geen obstakels tegen. Blijf echter steeds alert. Ik kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor onvolledige en/of niet accurate routebeschrijvingen. Ik kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor enig direct of indirect verlies, schade of letsel voortkomend uit of verbonden aan het gebruik van deze website. Vind je mijn foto’s mooi? Fijn! Wil je foto’s van mijn blog gebruiken? Vraag dan eerst om toestemming!